Laatst had ik het met mijn studenten over mapping en daarbij gaf ik het voorbeeld van onze Euro bankbiljetten.
Bij deze biljetten is er, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Amerikaanse biljetten, een verband tussen de afmeting en de waarde ervan: Hoe groter het biljet, hoe groter de waarde.
Dit draagt bij aan de usability (gebruiksgemak) ervan, maar ik realiseerde me pas later dat het niet helemaal perfect is: De afmetingen kloppen niet.
De huidige afmetingen
Onze Euro biljetten hebben deze afmetingen in milimeters:
- 5 – 120 × 62
- 10 – 127 × 67
- 20 – 133 × 72
- 50 – 140 × 77
- 100 – 147 × 82
- 200 – 153 × 82
- 500 – 160 × 82
Dat ziet er ongeveer zo uit:
Hierin is duidelijk te zien dat een biljet van 500 groter is dan elk ander biljet en daarmee het meeste waard.
Echter, de verhoudingen tussen de biljetten kloppen niet. Een bankbiljet is voornamelijk een 2-dimensionaal object, waarbij de oppervlakte de grootte en daarmee de waarde ervan lijkt te bepalen. Op basis daarvan zou je mogen verwachten dat de oppervlakte van het 500 Euro biljet 100 keer zo groot zou moeten zijn als het 5 Euro biljet. Dit is duidelijk niet het geval.
Correctie van afmetingen
Met de bovenstaande afmetingen kun je de oppervlakte per biljet berekenen. Het leek me interessant om de afmetingen zo aan te passen, zodat het verband tussen de biljetten, wat betreft oppervlakte en waarde, lineair is.
Dus ging ik wat rekenen en gebruikte ik gemakshalve een 1:2 verhouding van hoogte:breedte.
Hierdoor kon ik het aantal factoren beperken en kwam ik tot deze formule:
2x . x = y
Hierin is 2x de breedte, x de hoogte en y de oppervlakte. Deze formule herschreef ik tot:
x = √(y/2)
Door de oppervlakte evenredig met de waardetoename (verdubbeling of vermenigvuldigen met 2,5) aan te passen, kreeg ik hiermee nieuwe hoogte en breedte afmetingen.
Dat resulteerde in deze aangepaste Euro biljetten:
Hierin is het biljet van 500 precies 100 keer zo groot als het 5 Euro biljet.
Conclusie
Deze verhoudingen lijken natuurlijk erg vreemd, maar wat usability betreft is de verhouding tussen waarde en oppervlakte wel verbeterd.
Toch vrees ik dat het in omloop brengen van deze biljetten niet heel praktisch is. Pinautomaten, portefeuilles en kassaladen zullen moeten worden aangepast. Daarnaast is het 5 Eurobiljet nu wel heel klein en zal het voor slechtzienden of mensen met gaten in hun portemonnee tot problemen leiden. Als we de biljetten iets groter maken (het gaat immers om de verhouding) kan het 5 Euro biljet misschien dienst doen als postzegel. 😆 Maar dan vallen mensen die veel geld op zak hebben weer extra op.
Hmm, laat ik er toch maar van afzien.
Wat denk jij? Zou je kunnen wennen aan deze gecorrigeerde afmetingen?
Peter,
Als we jouw idee zouden aanvaarden, dan zou de usability nét achteruit gaan.
Je geeft dat zelf al aan: het kleinste en grootste biljet zou voor een resem problemen zorgen. Problemen die met gebruiksvriendelijkheid te maken hebben.
@Edwin: Ja, goed punt. Ik was me er ook al van bewust dat dit najagen van een verbeterde usability eigenlijk een omgekeerd effect zou hebben. 🙂