Mooi op tijd voor de kadomaand brengt Leo Blokhuis zijn nieuwste boek City to City uit.
Anders dan in zijn boeken Grijsgedraaid en Plaatjesboek, richt Leo zich ditmaal op de steden die in de periode tussen 1953 en 1971 elkaar opvolgden als centra van de popmuziek.
Deze aanpak zorgt voor een boeiende tijd- en wereldreis door de geschiedenis van de popmuziek, en het maakt City to City zijn leukste boek tot nu toe.
De steden in City to City
Nederlands bekendste popkenner begint zijn verhaal in het Memphis van 1953 (BB King, Sun studio’s, Elvis) en gaat via New Orleans in 1955 (Domino, Richard) naar het Parijs van 1957 (Brel, Aznavour).
In 1959 volgt Detroit (Motown), waarna we via Greenwich Village (Dylan, Baez) in 1961 terecht komen in het Liverpool van 1963 (Beatles & co) en verder reizen naar Londen (Stones, Who) in 1965.
Daarna volgt San Francisco (Dead, Airplane, Joplin) in 1967 en het Den Haag(!) van 1969 (Earring, Shocking Blue).
Leo Blokhuis eindigt dit boek bij de muziek scene van Los Angeles in 1971 (Taylor, King, Mitchell, CSN&Y, Parsons, Eagles).
Prettige vormgeving
Naast auteur is Leo Blokhuis ook de vormgever van dit fraaie boek. Op een plakboek-achtige manier heeft hij vele foto’s, hoesjes, festivalposters en landkaartjes aan de boeiende, doch soms iets te massieve tekstblokken (kleine letters en het ontbreken van tussenkopjes) toegevoegd, waardoor het geheel een speels karakter krijgt, en je dit 200 pagina tellende boek vrij snel uitleest.
Verder telt elk hoofdstuk ook een persoonlijke top 10, variërend van beste Beatles covers tot aan een Haagse top 10.
Ten slotte bevat het boek ook een CD met daarop voor elke beschreven stad een liedje.
City to City 2?
Enfin, City is City van Leo Blokhuis een boeiend boek over de geschiedenis van de popmuziek, waarin de muziek scene van 1953-1971 aan de hand van een tiental steden wordt beschreven.
Vanzelfsprekend kun je twisten over de keuze van de steden (waarom bijvoorbeeld geen Chicago met Chess en Chuck Berry?) maar deze gekozen structuur zorgt wel voor een overkoepelende verhaallijn, waardoor ik dit het leukste boek van Leo Blokhuis vind.
Zoals Leo Blokhuis in de inleiding van City to City al aangeeft, is dit boek erg geschikt voor een opvolger. Hoewel ik me afvraag of Leo Blokhuis net zo persoonlijk en enthousiast zou willen schrijven over de muziek van de jaren 80 en 90, hoop ik toch dat er ooit een City to City 2 zal verschijnen.
Deze opvolger zou dan verder kunnen gaan met bijvoorbeeld de muziek scene van Philadelphia (1973) en New York (1975) om in Seattle (1991) terecht te komen.
Hmm, dit kan een leuke discussie worden. Welke steden zouden volgens dit patroon de volgende epicentra van de popmuziek zijn geweest? Berlijn (Bowie, Eno) in 1977? Chicago (House) in 1987? Manchester (Madchester) in 1989?
Blij dat u wèl even aanhalt dat Blokhuis’ popgeschiedenis zo incompleet is. Eerder al werd ‘Het Plaatjesboek’ verkocht als zijnde een boek waarin ‘Leo Blokhuis ons meeneemt op een reis door de geschiedenis van de popmuziek’. Wel, zonder house, electronica, techno of hip hop is die geschiedenis behoorlijk incompleet. Ik snap dan ook niet hoe die man elk jaar weer, in de Top 2000 op televisie, tot (muzikale patroon)heilige wordt uitgeroepen. Zijn gehoor en/of interesse is zéér selectief en verdient in mijn oren geen ontzag als zijnde omvattend en referentieel voor ‘de popmuziek’ (een vlag die inmiddels alle genres dekt).
Chuck Berry wordt door Leo Blokhuis ontweken. Bij mijn weten heeft Blokhuis nooit iets over deze artiest ten beste gegeven. Wellicht uit ontzag voor deze grootheid, want daar natuurlijk kun je tenenkrommende licht badinerende en halfspottende verhaaltjes over vertellen – het handelsmerk van Leo Blokhuis’ televisie optreden – of, simpelweg, omdat hij Chuck Berry geen echte vernieuwer of leidinggevende artiest in de rock&roll muziek vindt. Het zij zo.
Overigens is de titel van zijn boekje wel goed gekozen. Ook vanwege het feit dat Gerry Rafferty een van de allerbeste rocksongs heeft geschreven en gezongen.