Zestig Strepen – De soundtrack van mijn leven is een onlangs uitgekomen boek waarin Frits Spits aan de hand van zijn 60 favoriete liedjes zijn 35 jarige carrière als radiomaker beschrijft.
Het is een leuk boekje van 250 pagina’s waarin hij behalve zijn carrière ook aandacht schenkt aan belangrijke momenten in de popmuziek en daarbij interessante inzichten geeft over zijn vak als radiomaker.
Het is daarbij ook fraai geschreven en ik heb het binnen 36 uur na aanschaf uitgelezen (hee, ik moest ook nog werken en slapen).
Frits Spits
Frits Spits kennen we natuurlijk van radio programma’s als De strepen van Spits, Tijd voor Twee en vooral de legendarische Avondspits dat tussen 1978-88 en 1990-95 op Radio 3 te horen was.
Muzieksmaak van Frits Spits
Zoals ik al eerder aangaf dienen de 60 liedjes slechts als kapstok in dit boek. Toch is het wel leuk te zien welke liedjes Frits voor dit boek bijeenbracht.
Hierbij kun je denken aan een aantal top 2000 klassiekers, zoals Mama, Who Wants To Live Forever, Eleanor Rigby, Satisfaction, Like A Hurricane, maar ook aan nummers van na 2000 zoals Closest Thing To Crazy (Katie Melua), Clocks en Overcome. Opvallend is ook de grote hoeveelheid Nederpopliedjs, zoals Binnen Zonder Kloppen, Kom Van Dat Dak Af, Mooie Dag en Sinds Een Dag Of Twee.
Wat opvalt is dat het niet de ruige of harde nummers zijn, maar vaak de wat betere luisterliedjes. Daarnaast geeft die lijst ook aan dat Frits steeds weer nieuwe liedjes ontdekt en op die manier met z’n tijd meegaat.
Ik herinner me nog heel goed een TV uitzending van Wintertijd waarin hij te gast was en het nummer Smooth van Santana en Rob Thomas ter sprake kwam. Frits die vond het geweldig, terwijl Harry de Winter, de presentator, het maar ‘niets’ vond. Dit was al jaren nadat het op single werd uitgebracht. Enfin, dit gaf toen al aan dat Frits niet iemand is die in een bepaalde muzikale periode is blijven hangen, maar juist met z’n tijd is meegegaan. Ook dit boek maakt dat weer duidelijk.
Mooie zinnen
Hoewel het soms net iets te wollig wordt, verrast Frits Spits me in dit boek met een groot aantal mooi geformuleerde zinnen. Neem bijvoorbeeld deze over John Lennon:
Ik heb daar ook even gestaan, maar ja, zo’n gebaar is zo leeg, mijn hoofd ook op dat moment, de plek praat niet terug, hij benadrukt slechts het gemis. […] Omdat met Lennon niet alleen de musicus zelf is vermoord, maar ook alle liedjes die hij nog had kunnen schrijven.
Inzichten van Frits Spits
Leuk ook zijn de inzichten en zelf-reflecties van Frits Spits in dit boekje. Zo behandelt hij een aantal zaken waar hij destijds kritiek op kreeg, zoals de Top 2000 actie om ervoor te zorgen dat Bohemian Rhapsody nu eens niet op 1 kwam.
Ook kijkt hij terug op zijn ervaringen met het verschijnen in en meewerken aan televisieprogramma’s, iets wat voor hem als radiomaker toch heel anders is.
Verder maakt Frits zich in dit boek vooral druk over de vrijheidsbeperking waar dj’s tegenwoordig veel mee te maken hebben. Vroeger waren dj’s grotendeels zelf verantwoordelijk voor de plaatjes die ze draaiden. Tegenwoordig is het voornamelijk de computer (gebaseerd op ‘luisteronderzoeken’) die keuze bepaalt, waardoor de dj slechts de ruimte tussen de liedjes moet vullen.
Frits Spits: Groots in bescheidenheid
In tegenstelling tot vele andere bekende radiomakers, kwam Frits Spits altijd op me over als een deskundig maar bescheiden iemand, die door zijn enthousiasme zich zelf ondergeschikt leek te stellen aan de plaatjes die hij draaide.
Ook in zijn boek 60 Strepen komt deze bescheidenheid vaak terug, bijvoorbeeld in deze zin: Het is nooit de dj die verantwoordelijk is voor het succes van een artiest. Dat is per definitie de artiest zelf.
Enfin, deze bescheidenheid is altijd een rode draad geweest in de carriere van Frits Spits en is wellicht een van de factoren waardoor hij zo’n goede radiomaker is geworden. Het is ook deze bescheidenheid dat dit boek zo prettig te lezen maakt.
Quote:
“Ook in zijn boek 60 Strepen komt deze bescheidenheid vaak terug, bijvoorbeeld in deze zin: Het is nooit de dj die verantwoordelijk is voor het succes van een artiest. Dat is per definitie de artiest zelf.”
Dit vind ik valse bescheidenheid. De DJ kan een plaat (goed of slecht) maken of breken, gewoon door hem wel (en dan vaak) te draaien of helemaal niet. Er zijn een boel draaiwaardige platen die niemand kent omdat de DJ’s die negeren. Waarom zijn piratenstations opgekomen? Gewoon om in een behoefte te voorzien.
Felix Meurders weigerde bv I Remember Elvis Presley van Danny Mirror te draaien omdat het lijkenpikkerij was. En Veronica draaide If I had Words van Yvonne Keeley en Scott Fitzgerald zelf tussen elk(!) tv-programma door. Of Hungry Eyes van Eric Carmen twee keer in het halve uur. Het mooiste voorbeeld is wel dat van de KRO, die in 1978 geloof ik als grap een elpee verzon, dus compleet met artiest en elpeenaam, en een line-up van de nummers. Verder kwam daar een recensie op de radio bij en een binnenkomer in hun elpeelijst. Mensen gingen er in de winkel naar vragen en Mark Stakenburg vertelde later dat er zelfs iemand was die de niet bestaande plaat had gehoord. “Nummer 2 van kant 2 is het beste”. Zelf een niet bestaande plaat kan worden verkocht.
DJ hebben een zeer grote inbreng in de platenverkoop. Er zijn niet voor niets pluggers in omloop. Ik kan me niet voorstellen dat Frits Spits dat niet beseft. Elke DJ heeft zijn voorkeuren en laat die blijken. Ook hij, als neerlandicus met een voorliefde voor Nederlandstalige pop en rock, plugde 4US van Doe Maar via de Avondspits de hitparade in.
@Jan: Ok, vanzelfsprekend hebben DJ’s een grote invloed op het succes van een plaat, en het is niet alleen aan de artiest te danken, zoals Frits Spits schrijft.
Maar valse bescheidenheid of niet, ik vind het een prettige houding van Frits Spits, hoe hij zich in dienst van de artiesten plaatst en niet andersom.
Ik moet bekennen dat ik het boek nog steeds moet lezen 😳 Ben er wel in begonnen toen ik het kocht, maar op de één of andere manier ‘pakte’ het boek me niet zo en heb ik het in de kast gezet. Daar staat het nu nog steeds… 😕